Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Deelklemmen invoegen

Voorwaarden:

  1. Kies de menuopdrachten Invoegen > Deelklem.
  2. Plaats de deelklem op de pagina.

    De deelklem krijgt automatisch de functiedefinitie die in het dialoogvenster Instellingen: Klemmen (deelklemmen) is gedefinieerd.
  3. In het dialoogvenster Eigenschappen <...> geeft u op het tabblad Klem de onderdeelgegevens van de klem op. U dient minimaal de ODC op te geven; de aansluitcode en -beschrijving kunnen ook naderhand door het optimaliseren van de deelklemmen automatisch worden toegekend.
  4. Klik op [OK].

    Als u een bestaande ODC hebt opgegeven, wordt de klem toegekend aan de betreffende klemmenstrook. Als u een ODC hebt opgegeven die nog niet bestaat, wordt er door EPLAN een nieuwe klemmenstrook gegenereerd. Deze klemmenstrook heeft echter nog geen klemmenstrookdefinitie.

    Als u een bestaande klemmencode hebt opgegeven, wordt de deelklem aan dezelfde klem toegekend.

Opmerking:

Op het tabblad Weergave van het eigenschappendialoogvenster worden de aansluitcodes van klemmen standaard in de eigenschapsgroepering weergegeven. Dit gebeurt op het tabblad Aansluitingen via de geïndexeerde eigenschap Aansluitcode van het symbool (ID 20028). Om de aansluitcodes van de deelklemmen in het schema weer te geven en te kunnen afdrukken, moet u in het layerbeheer voor de layer EPLAN430, Eigenschapsplaatsing.Klemmenaansluitcodes de selectievakjes Zichtbaar en Afdrukken inschakelen.

Tip:

Met [Backspace] kunt u het symbool tijdens het invoegen wijzigen.

Deelklemmen als apparaat invoegen

Een klem kan ook als deelklem in het project worden ingevoegd door deze als apparaat in te voegen. De deelklem wordt daarbij automatisch genummerd.

De projectinstelling Plaatsen vanaf aantal aansluitingen bepaalt vanaf welk aantal aansluitingen met aansluitcodes (1, 2, 3, 4, 6, 8, nooit) een klem bij het invoegen van apparaten in deelklemmen wordt opgedeeld. Aansluitingen zonder aansluitcodes worden niet meegeteld.

Voorwaarden:

  1. Kies de menuopdrachten Invoegen > Apparaat.
  2. Selecteer de gewenste klem in het dialoogvenster Artikelselectie.

    Als de geselecteerde klem minimaal net zoveel aansluitcodes heeft als dat in de projectinstelling Plaatsen vanaf aantal aansluitingen is gedefinieerd, hangt het symbool voor de eerste deelklem aan de cursor en wordt de eerste aansluitcode van de klem aangegeven.
  3. Gebruik desgewenst de toets [Tab] om de richting van de aansluiting te wijzigen.
  4. "Blader" desgewenst met de toets [N] door de beschikbare functies totdat de gewenste functie met de aansluitcode aan de cursor hangt. Of ga met [Spatiebalk] naar het volgende klemmenapparaat.
  5. Plaats de deelklem op de pagina.

    De eerste deelklem wordt automatisch de hoofdklem.

    De volgende deelklemmen worden na elkaar met hun aansluitcodes en de bijbehorende aansluitbeschrijvingen aan de cursor gehangen. Lege aansluitcodes worden overgeslagen en kunnen niet worden ingevoegd.

    Als bij een functiesjabloon een symbool of een macro is ingevoerd, wordt deze geplaatst.
  6. Plaats vervolgens de overige deelklemmen.

    Als alle aansluitcodes van de functiesjablonen zijn geplaatst, wordt de volgende functie voor plaatsing aangeboden.

Tips:

Zie ook