U hebt een project geopend.
- U hebt klemmen in de grafische editor, de klemmenstrook-navigator of de onderdelen-navigator geselecteerd. Of u hebt pagina's of een project in de pagina-navigator geselecteerd. Projectgegevens > Klemmenstroken > Klemmen nummeren.
- U hebt klemmen in de grafische editor of de klemmenstrook-navigator geselecteerd. Projectgegevens > Klemmenstroken > Bewerken. Selecteer één of meerdere klemmen. Kies de snelmenuopdracht Klemmen nummeren.
- U hebt stekercontacten in de grafische editor, de steker-navigator of de onderdelen-navigator geselecteerd. Of u hebt pagina's of een project in de pagina-navigator geselecteerd. Projectgegevens > Stekers > Stekercontacten nummeren.
- U hebt stekercontacten in de grafische editor of de steker-navigator geselecteerd. Projectgegevens > Stekers > Bewerken. Selecteer één of meerdere stekercontacten. Kies de snelmenuopdracht Stekercontacten nummeren.
In dit dialoogvenster definieert u de instellingen voor de klemmencode of de stekercontactcode. Bij het nummeren van klemmen wordt het dialoogvenster met de titel Klemmen nummeren en bij het nummeren van stekercontacten het dialoogvenster met de titel Stekercontacten nummeren geopend. Alle klemmen / stekercontacten worden gecodeerd met een unieke code die uit alfanumerieke of uitsluitend numerieke componenten kan bestaan.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
In deze vervolgkeuzelijst kunt u het nummeringsschema selecteren.
Met [...] opent u het dialoogvenster Instellingen: Nummering. In dit dialoogvenster kunt u een aanwezig schema bewerken of een nieuw schema maken.
Via deze vervolgkeuzelijst definieert u de volgorde voor de nummering:
Via deze vervolgkeuzelijst definieert u de nummeringsomvang:
- Gemarkeerde: alleen de geselecteerde klemmen of stekercontacten worden genummerd.
- Alle geselecteerde klemmenstroken / stekers: alle klemmen van de geselecteerde klemmenstroken of alle stekercontacten van de geselecteerde stekers worden genummerd.
- Alle van alle klemmenstroken / stekers: de klemmen van alle klemmenstroken in het project of de stekercontacten van alle stekers in het project worden genummerd.
Groepsveld Numerieke instellingen
Hier geeft u de startwaarde voor de nummering van de klemmen / stekercontacten op.
Hier geeft u de afstand tussen de nummers van twee klemmen / stekercontacten op. Als u bijvoorbeeld de stapgrootte "5" hebt opgegeven, worden de klemmen / stekercontacten met 1, 6, 11 etc. genummerd.
Het aantal posities wordt bepaald uit het online nummeringsformaat (Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > Nummering (online)).
De prefix wordt voor de nummering geplaatst en de suffix erna. Voer hier de betreffende tekens in.
Groepsveld Potentiaalgebonden klemmen / stekercontacten
PE-klemmen / -stekercontacten ... SH-klemmen / -stekercontacten:
In deze velden definieert u de nummeringsinstellingen voor PE- / PEN-, N- en SH-klemmen of -stekercontacten. De instellingen kunnen voor de potentiaaltypen PE / PEN, N en SH apart worden aangebracht. U kunt kiezen uit de volgende opties :
- Niet wijzigen: alle klemmen of stekercontacten met minstens één aansluiting die op het potentiaaltype "PE", "PEN", "N" of "SH" is ingesteld, blijven bij de nummering buiten beschouwing.
- Nummeren: alle PE-, PEN-, N- of SH-klemmen of -stekercontacten worden genummerd.
- Niet wijzigen, volgorde hanteren: deze instelling is alleen voor klemmen beschikbaar. PE-, PEN-, N- of SH-klemmen worden bij de nummering niet gewijzigd, maar bij het nummeren van de overige klemmen in acht genomen. Dat betekent dat de codes voor de overige klemmen zo worden toegekend alsof de PE-, PEN-, N- of SH-klemmen waren meegenummerd.
In dit voorbeeld worden vier algemene klemmen en een PE- / PEN-klem genummerd. Afhankelijk van de instelling in het veld PE-klemmen / -stekercontacten krijgen de klemmen na de nummering verschillende codes:
PE- / PEN-klemmen / -stekercontacten |
Code voor de nummering |
Code na de nummering |
---|---|---|
Niet wijzigen |
1, 4, PE, 8, 2 |
1, 2, PE, 3, 4 |
Nummeren |
1, 4, PE, 8, 2 |
1, 2, 3, 4, 5 |
Niet wijzigen, volgorde hanteren |
1, 4, PE, 8, 2 |
1, 2, PE, 4, 5 |
Via de vervolgkeuzelijst definieert u hoe meervoudige klemmen worden genummerd:
- Niet wijzigen: klemmen met de eigenschap Dezelfde code toegestaan blijven bij de nummering buiten beschouwing.
- Gelijk nummeren: klemmen met dezelfde code en met de eigenschap Dezelfde code toegestaan krijgen hetzelfde nummer.
- Afzonderlijk nummeren: klemmen met de eigenschap Dezelfde code toegestaan krijgen elk een eigen nummer. Als meervoudige klemmen vóór de nummering hetzelfde nummer hadden, krijgen ze nu verschillende nummers.
Tip:
Als meervoudige klemmen aan de hand van hun voorteken worden onderscheiden (bijvoorbeeld. 1, +1, -1) en u deze hetzelfde wilt nummeren, kiest u in het veld Alfabetisch gecodeerde die optie "Alfabetische componenten behouden".
Via deze vervolgkeuzelijst definieert u hoe klemmen of stekercontacten met alfabetische componenten in de code worden genummerd. De code heeft alfabetische componenten, wanneer deze niet uitsluitend uit cijfers bestaat.
- Niet wijzigen: klemmen of stekercontacten met alfabetische componenten in de code blijven bij de nummering buiten beschouwing.
- Alfabetische componenten behouden: de alfabetische componenten van de klemmen- of stekercontactcode blijven behouden. Als de code alleen alfabetische componenten bevat, wordt de oude code aan het nieuwe nummer toegevoegd. Opeenvolgende klemmen met verschillende tellers maar met dezelfde numerieke component krijgen ook na de nummering dezelfde numerieke component in de teller.
- Nummeren: alle klemmen / stekercontacten worden opnieuw genummerd. Daarbij wordt de oude code overschreven.
In dit voorbeeld worden twee algemene klemmen en een PE- / PEN-klem genummerd. Afhankelijk van de instelling in het veld Alfabetisch gecodeerde krijgen de klemmen na de nummering verschillende codes:
Alfabetisch gecodeerde |
Code voor de nummering |
Code na de nummering |
---|---|---|
Niet wijzigen |
1, 1+, 1PE |
2, 1+, 1PE |
Alfabetische componenten behouden |
1, 1+, 1PE |
2, 2+, 2PE |
Nummeren |
1, 1+, 1PE |
2, 3, 4 |
Wijziging van de sortering toestaan:
Als dit selectievakje is ingeschakeld, kan bij het nummeren de sortering en daardoor de volgorde van de klemmen / stekercontacten binnen de klemmenstrook / steker wijzigen, wanneer het sorteerkenmerk van de klemmen / stekercontacten leeg is. Handmatig ingevoerde sorteerkenmerken blijven ongewijzigd en worden in de nummeringsvolgorde meegenomen.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijft de sortering en dus de volgorde van de klemmen / stekercontacten in de klemmenstrook / steker bij het nummeren behouden. Hiertoe worden klemmen / stekercontacten met een leeg sorteerkenmerk voorafgaand aan het nummeren automatisch van een sorteerkenmerk voorzien. Handmatig ingevoerde sorteerkenmerken blijven ongewijzigd en worden in de nummeringsvolgorde meegenomen. Als automatisch bepaald sorteerkenmerk wordt de bestaande klemmen- / stekercontactcode gebruikt.
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden alleen de klemmen / stekercontacten genummerd waarvan de code met een "?" begint of waarvan de code niet is gevuld.
Dit selectievakje is beschikbaar als de optie Alleen gecodeerde nummeren is ingeschakeld.
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden bestaande codes binnen de klemmenstrook / steker bij de nummering meegenomen. Uitgaande van de startwaarde krijgt de eerste klem (of het eerste stekercontact) die met "?" wordt aangeduid de eerste vrije code. Vervolgens wordt de nummering met de aangegeven stapgrootte voortgezet, waarbij bestaande codes worden overgeslagen.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden bestaande codes niet bij de nummering meegenomen. In dit geval kunnen er binnen de klemmenstroken / stekers meerdere codes voorkomen.
Opmerking:
Wanneer u klemmen nummert volgens het schema "Apparaatdefinitie" of "Initiatoren", kan het voorkomen dat alle klemmencodes van het apparaat of van de initiator reeds worden gebruikt. In dat geval worden de klemmen waarvoor geen vrije code wordt gevonden, niet genummerd.
In dit voorbeeld worden acht algemene klemmen genummerd, waarbij de optie Alleen gecodeerde nummeren is ingeschakeld. Startwaarde en stapgrootte zijn ingesteld op waarde "1".
Gaten vullen |
Code voor de nummering |
Code na de nummering |
---|---|---|
Ingeschakeld |
1, ?, 3, 4, ?, ?, 7, 8 |
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 |
Uitgeschakeld |
1, ?, 3, 4, ?, ?, 7, 8 |
1, 1, 3, 4, 2, 3, 7, 8 |
Ook die nummeren die door PLC worden beïnvloed:
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden klemmen / stekercontacten genummerd die door PLC's worden beïnvloed.
Zie ook
Dialoogvenster Instellingen: Nummering's