Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster / tabblad Apparaten aansluiten

Dialoogvenster Apparaten aansluiten: in dit dialoogvenster genereert u niet-geplaatste verbindingen tussen apparaataansluitingen. Hiervoor selecteert u een onderdelen-bron en een onderdelen-doel. U kunt onderdelen verbinden die nog niet op een pagina zijn geplaatst. U kunt ook kabels maken die nog niet op een pagina zijn geplaatst. Kabels die nieuw zijn gemaakt, worden weergegeven onder Projectgegevens > Kabels > Navigator in de kabel-navigator.

Tabblad Apparaten aansluiten: op dit tabblad kunt u bij een verbindingsdefinitiepunt in de enkellijnige weergave van het schema meerlijnige verbindingen definiëren. In dat geval worden in de tabel de aansluitingen weergegeven van onderdelen die via de enkellijnige verbinding zijn verbonden. Hierbij kan de bron en het doel niet vrij worden gekozen. Ook kunnen er geen kabels worden gemaakt, omdat hierbij niet-geplaatste functies zouden ontstaan.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Onderdelen-bron:

In dit veld selecteert u het onderdeel dat het begin / de bron van de verbinding moet zijn. Als in een navigator een onderdeel met aansluitingen is geselecteerd, wordt dit onderdeel automatisch in het veld ingevoerd. De aansluitingen van het onderdeel worden in de kolom Aansluiting van de tabel daaronder weergegeven. Met de knop [...] opent u het dialoogvenster Onderdeel selecteren. Hierin worden alle onderdelen weergegeven die u als bron voor de verbinding kunt selecteren.

Als u het tabblad Apparaten aansluiten voor een enkellijnig verbindingsdefinitiepunt hebt geopend, wordt de onderdelen-bron van de enkellijnige verbinding automatisch in het veld ingevoerd. Hierbij kunnen onderdelen niet vrij worden gekozen. De aansluitingen van het onderdeel worden in de kolom Aansluiting van de tabel daaronder weergegeven. Daarbij worden alleen aansluitingen van niet-geplaatste meerlijnige functies weergegeven.

Functietekst:

Geeft de functietekst van het onderdeel weer dat u in het veld Onderdelen-bron hebt geselecteerd. De functietekst wordt in het dialoogvenster Eigenschappen <...> in het veld Functietekst ingevoerd.

Tabel:

Geeft alle aansluitingen weer die bij het onderdeel horen dat u in het veld Onderdelen-bron hebt geselecteerd. Bestaande verbindingen worden in de kolom Verbindingskleur / -nummer weergegeven. Bij aansluitingen waarbij een verbinding bestaat, kan nog een verbinding worden gemaakt. Via het snelmenu kunt u de kolomweergave configureren. Als u op een kolomkoptekst klikt, kunt u de invoeren sorteren.

Werkbalk:

Knop

Betekenis

(Bewerken)

Deze knop is beschikbaar als er een verbinding is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Eigenschappen <...>: Verbinding. Hiermee kan de geselecteerde verbinding worden bewerkt.

(Verwijderen)

Deze knop is beschikbaar als er een verbinding is geselecteerd. Verwijdert de geselecteerde verbinding.

(Naar het begin verplaatsen)

Verplaatst de geselecteerde invoer naar het begin van de lijst.

(Naar boven verplaatsen)

Verplaatst de geselecteerde invoer één regel naar boven.

(Naar onder verplaatsen)

Verplaatst de geselecteerde invoer één regel naar onder.

(Naar het einde verplaatsen)

Verplaatst de geselecteerde invoer naar het einde van de lijst.

(Wisselen)

Verwisselt de positie van de geselecteerde invoeren.

Intern / Extern:

In deze vervolgkeuzelijst bepaalt u of alleen de interne, alleen de externe of beide zijden van de klemmenstrook worden weergegeven die u als beginpunt / bron voor de verbinding hebt geselecteerd.

Als u het tabblad Apparaten aansluiten voor een enkellijnig verbindingsdefinitiepunt hebt geopend, worden hier alleen die pagina's van de klemmenstrook ter selectie aangeboden die met de enkellijnige verbinding zijn verbonden.

Geselecteerd:

Geeft voor de onderdelen-bron het aantal klemmen aan die in het veld erboven zijn geselecteerd.

Kabel-ODC:

In dit veld selecteert u de kabel. Als in de onderdelen- of kabel-navigator een kabel is geselecteerd, wordt de kabel automatisch in het veld ingevoerd. Met de knop [...] opent u het dialoogvenster Kabel selecteren. In dit dialoogvenster worden alle kabels weergegeven die u kunt selecteren.

U maakt een nieuwe kabel door een kabel-ODC in te voeren. Met [...] naast het veld Kabeltype kent u aan de kabel een artikel toe. Als aan de kabel geen artikel is toegekend, is de kabel met een onbeperkt aantal kabelverbindingen beschikbaar.

Als u het tabblad Apparaten aansluiten voor een enkellijnig verbindingsdefinitiepunt hebt geopend, wordt hier de kabel weergegeven die aan de enkellijnige verbinding is toegekend. Er kan geen nieuwe kabel worden gemaakt.

Kabeltype:

Toont het kabeltype van de kabel die in het veld Kabel-ODC is ingevoerd. De knop [...] is beschikbaar als u in het veld Kabel-ODC een nieuwe kabel hebt ingevoerd. Opent het dialoogvenster Artikelselectie waarin u aan de kabel een artikel kunt toekennen.

Statistiek:

In dit veld wordt de volgende verbindingsinformatie weergegeven:

Snelmenu:

Menuopdracht

Betekenis

Alles selecteren

Selecteert alle invoeren.

Kolombreedte aanpassen

Past de breedte van alle kolommen in de tabel zodanig aan dat zowel de koptekst als de kolominhoud volledig leesbaar is.

Tekengrootte 100%

Deze menuopdracht is alleen beschikbaar als de tekengrootte in de tabel is gewijzigd (via [Ctrl] + muiswiel scrollen). Geeft de teksten in de tabel weer in de oorspronkelijke tekengrootte weer.

Verbindingen verwijderen

Verwijdert bestaande verbindingen.

Kabelverbindingen wisselen

Deze menuopdracht is beschikbaar als twee kabelverbindingen van een kabel zijn geselecteerd. Wisselt de beide kabelverbindingen. De onderdelen-bron en het onderdelen-doel blijven ongewijzigd.

Draadbrug genereren

Genereert een draadbrug tussen twee geselecteerde aansluitingen. De brug wordt dan als extra rij in de tabel aangegeven.

Isolatie toevoegen

Genereert een geïsoleerd verbindingseinde. In het eigenschappendialoogvenster geeft u de ODC aan waarbij de verbinding eindigt. De isolatie wordt dan als extra rij in de tabel aangegeven en moet met de gewenste aansluitingen worden verbonden. Op deze wijze ontstaat een verbinding met een geïsoleerd einde.

Aansluitlogica

Opent het dialoogvenster Aansluitlogica. Hierin kunnen de eigenschappen van de geselecteerde aansluiting worden bewerkt.

Weergave configureren

Opent het dialoogvenster Weergave configureren. Hierin kunt u de volgorde en de weergave van de kolommen configureren.

Eigenschappen

Deze menuopdracht is beschikbaar als er een verbinding is geselecteerd. Opent het dialoogvenster Eigenschappen (schemasymbool): Verbinding. Hiermee kunnen de eigenschappen van de verbinding worden bewerkt.

Eigenschappen (algemeen)

Opent het dialoogvenster Eigenschappen (algemeen): Verbinding. Geeft de eigenschappen van de verbinding in de onderdelengerichte modus weer. Hiermee kunnen de onderdeeleigenschappen voor alle weergaven van de verbinding worden bewerkt.

Onderdelen-doel:

In dit veld selecteert u het onderdeel dat het eindpunt / het doel van de verbinding moet zijn. Met de knop [...] opent u het dialoogvenster Onderdeel selecteren. Hierin worden alle onderdelen weergegeven die u als doel voor de verbinding kunt selecteren. De aansluitingen van het onderdeel worden in de kolom Aansluiting van de tabel daaronder weergegeven.

Als u het tabblad Apparaten aansluiten voor een enkellijnig verbindingsdefinitiepunt hebt geopend, wordt het onderdelen-doel van de enkellijnige verbinding automatisch in het veld ingevoerd. Hierbij kunnen onderdelen niet vrij worden gekozen. De aansluitingen van het onderdeel worden in de kolom Aansluiting van de tabel daaronder weergegeven. Daarbij worden alleen aansluitingen van niet-geplaatste meerlijnige functies weergegeven.

Functietekst:

Geeft de functietekst van het onderdeel weer dat u in het veld Onderdelen-doel hebt geselecteerd. De functietekst wordt in het dialoogvenster Eigenschappen <...> in het veld Functietekst ingevoerd.

Tabel:

Geeft alle aansluitingen weer die bij het onderdeel horen dat u in het veld Onderdelen-doel hebt geselecteerd. Bestaande verbindingen worden in de kolom Verbindingskleur / -nummer weergegeven. Via het snelmenu kunt u de kolomweergave configureren. Als u op een kolomkoptekst klikt, kunt u de invoeren sorteren.

Intern / Extern:

In deze vervolgkeuzelijst bepaalt u of alleen de interne, alleen de externe of beide zijden van de klemmenstrook worden weergegeven die u als eindpunt / doel voor de verbinding hebt geselecteerd.

Als u het tabblad Apparaten aansluiten voor een enkellijnig verbindingsdefinitiepunt hebt geopend, worden hier alleen die pagina's van de klemmenstrook ter selectie aangeboden die met de enkellijnige verbinding zijn verbonden.

Geselecteerd:

Geeft voor het onderdelen-doel het aantal aansluitingen aan die in het veld erboven zijn geselecteerd.

Kabel bewerken:

Als dit selectievakje is ingeschakeld en u klikt op [Verbindingen genereren], wordt automatisch het dialoogvenster Kabel bewerken geopend.

Vaste bruggen gebruiken:

Als het selectievakje is ingeschakeld, worden aansluitingen met het aansluittype "Vaste brug" in de tabel weergegeven. Daarnaast worden ook aansluitingen van automatisch gegenereerde vaste bruggen weergegeven; deze kunnen een willekeurig aansluittype hebben.
De weergave van de vaste brug-aansluitingen zorgt ervoor dat klemmen meerdere keren kunnen worden weergegeven, omdat het logische model van "Klem, algemeen" over vier aansluitingen beschikt. Twee van deze aansluitingen zijn bestemd voor vaste bruggen. Om het aansluittype te kunnen herkennen, moet u in dat geval ook de eigenschap Aansluitlogica: Aansluittype in de tabel weergeven (via Snelmenu > Weergave configureren).

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden zowel aansluitingen met het aansluittype "Vaste brug" als aansluitingen van automatisch gegeneerde vaste bruggen verborgen.

[Verbindingen genereren]:

Genereert verbindingen tussen de geselecteerde aansluitingen van de onderdelen-bron en de geselecteerde aansluitingen van het onderdelen-doel. Als u bij het plaatsen van de kabelverbindingen een verschillend aantal aansluitingen hebt geselecteerd, worden de verbindingen voor het kleinere aantal gegenereerd. Als u meer aansluitingen hebt geselecteerd dan er kabelverbindingen beschikbaar zijn, worden die aansluitingen verbonden waarvoor kabelverbindingen beschikbaar zijn.

Zie ook