Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Symbolen en schemasymbolen wisselen

Een symbool dient voor de grafische weergave van een bepaalde functie. Het bevat echter geen logica. Een schemasymbool daarentegen is een in het schema geplaatst symbool waaraan een functie (en daarmee logica) is toegekend. Om deze reden bestaat er bij het wisselen het volgende onderscheid: als een symbool wordt gewisseld, blijft de logica (de functie dus) behouden. Alleen de grafische weergave verandert. Als daarentegen een schemasymbool wordt gewisseld, wordt ook de functie vervangen. In beide gevallen wordt het nieuwe symbool via de symboolselectie geselecteerd.

Symbolen kunt u alleen wisselen wanneer deze passen bij de functie van het schemasymbool. EPLAN controleert bovendien het aantal aansluitpunten van het te wisselen symbool. In de symboolselectie worden u alleen symbolen ter selectie aangeboden die hetzelfde of een kleiner aantal aansluitingen hebben als het te wisselen symbool. Symbolen die meer aansluitingen hebben dan in het schema aanwezig, kunnen niet worden geselecteerd. Bij een functiedefinitie met variabel aantal aansluitingen worden alle symbolen aangeboden. Bij het verwisselen van een symbool blijft de functiedefinitie behouden.

Voorwaarden:

  1. Selecteer het schema dat moet worden gewisseld.
  2. Kies de snelmenuopdracht Eigenschappen.
  3. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Symbool- / functiegegevens.
  4. Klik in het veld Nummer / Naam op [...].

    Het dialoogvenster Symboolselectie wordt geopend. In de boom of de lijst wordt het symbool gemarkeerd en in het voorbeeldvenster weergegeven.
  5. Als de weergave alleen symbolen met dezelfde functiecategorie moet tonen, schakelt u het selectievakje Alleen symbolen met dezelfde functiecategorie weergeven. in.
  6. Als u alleen het symbool wilt uitwisselen en de functiedefinitie behouden moet blijven, schakelt u het selectievakje Alleen symbool uitwisselen in. (In dat geval worden alleen symbolen aangeboden die niet meer aansluitingen hebben dan de actuele functiedefinitie.)
  7. Selecteer het gewenste nieuwe symbool.
  8. Bevestig uw invoer.

    Het symbool wordt in het schema verwisseld.

Zie ook