U hebt een project en minimaal één projectpagina geselecteerd. Pagina > Exporteren > PDF.
In dit dialoogvenster start u de eigenlijke exportprocedure. Bij de export van individuele pagina's of van het gehele project in het PDF-formaat wordt, onafhankelijk van de selectie, altijd maar één bestand gegenereerd.
Opmerking:
Bij het exporteren van grote pagina's moet u erop letten dat er problemen kunnen optreden wanneer er in de originele grootte wordt geëxporteerd. Daarom moet u eerst de geïmporteerde DXF-blokken ontbinden, zodat de paginagrootte kan worden verschaald. (Dit gaat via de menuopdrachten Bewerken > Overig > Blok ontbinden.)
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
In dit veld wordt de bron van de export weergegeven. Bij een geheel project is dit de projectnaam, bij individuele pagina's worden de volledige paginanamen (incl. de pagina-eigenschappen Functionele toekenning, Groep etc.) weergegeven. De invoeren kunnen hier niet worden bewerkt.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst het schema dat u wilt gebruiken. Of klik op [...] om in het dialoogvenster Instellingen: PDF-export een schema te maken of te bewerken.
Geef hier het bestandspad en de naam op van het bestand dat moeten worden gegenereerd, of selecteer deze interactief via [...]. Standaard wordt hier de documentdirectory DOC en de naam van het geselecteerde project weergegeven (...\<Project.edb>\DOC\<Project>.PDF).
Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare padvariabelen kunt overnemen.
Definieer in dit groepsveld naar welk exportmedium moet worden uitgevoerd:
- Opslagmedium: als deze optie is gekozen, wordt het PDF-bestand naar een opslagmedium uitgevoerd.
In het veld Uitvoerdirectory geeft u de opslagplaats op. U kunt als doel van de export elk gewenst station en elke gewenste subdirectory opgeven. Via de stationselectie is het ook mogelijk om de export direct op een cd-rom te branden.
Met [...] opent u het dialoogvenster Directory selecteren waarin u de gewenste directory kunt selecteren of een nieuwe directory kunt maken.
Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare padvariabelen kunt overnemen. - E-mail: als deze optie is gekozen, wordt het PDF-bestand via e-mail verzonden. Nadat u de functie hebt opgeroepen, wordt het PDF-bestand met het interne inpakprogramma ingepakt en wordt het ingestelde e-mailprogramma opgeroepen.
In de vervolgkeuzelijst Deelgrootte selecteert u de maximum grootte voor een individueel e-mailbestand. Mogelijk waarden zijn 1 MB tot 10 MB in stappen van 1 MB of "Onbegrensd". Er wordt dan automatisch het aantal e-mailbestanden gegenereerd dat nodig is om alle delen te verzenden. Als onderwerp wordt bij alle delen de tekst: "<Bestandsnaam> n/m" ingevoerd. Daarbij is "n" het nummer van het afzonderlijke e-mailbestand en "m" het totale aantal bestanden.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat om e-mails te kunnen verzenden op uw computer een MAPI-gebaseerde e-mail client moet zijn geïnstalleerd en ingesteld. Daarom kan de mail-app van Windows 8® niet worden gebruikt.
Definieer in dit groepsveld hoe er moet worden uitgevoerd:
- In kleur: kies deze optie als het PDF-bestand in kleur moet worden uitgevoerd. Alle elementen worden dan uitgevoerd in de kleuren die overeenstemmen met het kleurenschema "Kleur op wit".
- Zwart-wit: kies deze optie als alle elementen op de projectpagina's (uitgezonderd afbeeldingsbestanden) in het zwart met een witte achtergrond moeten worden uitgevoerd. Afbeeldingsbestanden worden altijd in de oorspronkelijke kleuren uitgevoerd.
- Grijstinten: kies deze optie als er in grijstinten moet worden uitgevoerd. De grijstinten worden berekend uit de kleuren voor het witte kleurenschema.
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de afdrukmarges die in de afdrukinstellingen zijn gedefinieerd, ook voor de PDF-export gebruikt. Zodra een afdrukmarge is ingesteld, wordt in de PDF-pagina's een dergelijk leeg gedeelte mee uitgevoerd. Daardoor wordt bij het afdrukken van pagina's in Acrobat Reader een marge gegenereerd.
Via [Instellingen] kunt u het dialoogvenster Instellingen: Afdrukmarges openen, waarin u de voor de PDF-export relevante afdrukinstellingen kunt bekijken en wijzigen.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijven deze afdrukmarges buiten beschouwing. Daardoor hebben de pagina's die vanuit EPLAN zijn gegenereerd en in Acrobat Reader worden afgedrukt mogelijk geen ruimte voor perforatiegaten.
3D-model uitvoeren / Pagina's met modelaanzichten uitvoeren:
Deze instelling is alleen van belang als in het uit te voeren project 3D-modellen en / of pagina's met modelaanzichten van deze modellen voorkomen.
Het selectievakje 3D-model uitvoeren wordt weergegeven wanneer de cursor bijvoorbeeld in de pagina-navigator of op een geopende pagina in de grafische editor staat en u vervolgens de PDF-export start.
- Als het selectievakje is ingeschakeld en er zich op de geselecteerde of geopende pagina minimaal één modelaanzicht bevindt, worden naast de pagina ook alle bijbehorende 3D-modellen uitgevoerd die met de modelaanzichten op de pagina zijn gekoppeld. In dat geval worden aan het eind van de paginalijst in het PDF-bestand extra documentpagina's met de geëxporteerde modellen toegevoegd.
- Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden alleen alle geselecteerde pagina's maar geen extra 3D-modellen geëxporteerd.
Het selectievakje Pagina's met modelaanzichten uitvoeren wordt weergegeven wanneer de cursor bijvoorbeeld in het 3D-aanzicht van een geopend 3D-model staat, of wanneer u een geopende layoutruimte in de layoutruimte-navigator hebt geselecteerd.
- Schakel dit selectievakje in als naast de geselecteerde 3D-modellen / layoutruimtes alle pagina's moeten worden uitgevoerd waarop de bijbehorende modelaanzichten van het geselecteerde 3D-model / de geselecteerde layoutruimte zich bevinden.
- Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden alleen alle geselecteerde 3D-modellen maar geen extra pagina's met modelaanzichten geëxporteerd.
Toepassen op het gehele project:
Schakel dit selectievakje in als de huidige selectie op het gehele project moet worden toegepast. Als u een of meerdere pagina's hebt geselecteerd, worden alle pagina's van het project geëxporteerd. Als u een 3D-model hebt geselecteerd, worden alle modellen van het project uitgevoerd.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden alleen de geselecteerde pagina's of 3D-modellen geëxporteerd.
Opmerking:
Om alle pagina's en modellen van het project te exporteren, moet u ook nog het selectievakje 3D-model uitvoeren / Pagina's met modelaanzichten uitvoeren inschakelen.
Menuopdracht |
Betekenis |
---|---|
Uitvoertalen |
Opent het dialoogvenster Instellingen: PDF-uitvoertalen, waarin u definieert in welke talen het PDF-bestand moet worden uitgevoerd. |
Uitvoergrootte |
Opent het dialoogvenster Instellingen: PDF-uitvoergrootte. Hier definieert u in welk papierformaat de te exporteren projectpagina's moeten worden uitgevoerd. |
Afdrukmarges |
Opent het dialoogvenster Instellingen: Afdrukmarges. Hierin definieert u de voor de PDF-export relevante afdrukinstellingen zoals afdrukmarge en afdrukpositie. |
Zie ook
Tabblad Export (gebruiker, PDF-export)
Tabblad Algemeen (gebruiker, PDF-export)