In dialoogvensters kunt u instellingen aanbrengen en wijzigen, gegevens sorteren, opdrachten en procedures activeren, gegevens beheren, eigenschappen bewerken etc.
Afhankelijk van hun programmafunctie en hun specifieke toepassing bevatten dialoogvensters verschillende bedieningselementen. Hieronder worden de verschillende dialoogvenstertypen behandeld.
Dockbare dialoogvensters
Binnen het hoofdvenster kunt u de dockbare vensters boven, links, onder en rechts aan de rand van het venster docken, maar ook aan andere dockbare elementen.
Alle navigators, het grafisch voorbeeld, geopende projectpagina's, formulieren etc. kunnen ook als tabblad worden gedockt. Meerdere als tabbladen boven elkaar gerangschikte vensters vormen één optische eenheid - een zogeheten tabbladgroep.
Grafische ondersteuning bij het docken
Bij het verplaatsen van geündockte vensters (navigators, grafisch voorbeeld, pagina's) worden meerdere dockelementen weergegeven. U kunt deze gebruikersinterface-elementen gebruiken om de dockpositie van een dergelijk venster te definiëren:
Dockelement |
Betekenis |
---|---|
|
Zijdelings aan een tabbladgroep of als tabblad van een tabbladgroep docken. |
|
Aan het linkerdeel van een tabbladgroep of van het EPLAN-hoofdvenster docken. |
|
Aan het rechterdeel van een tabbladgroep of van het EPLAN-hoofdvenster docken. |
|
Aan het bovenste deel van een tabbladgroep of van het EPLAN-hoofdvenster docken. |
|
Aan het onderste deel van een tabbladgroep of van het EPLAN-hoofdvenster docken. |
Wanneer u bij het verplaatsen een venster over een dockelement beweegt, wordt de voorgeselecteerde positie met een kleur (blauw) gemarkeerd.
Meldingen- en opmerkingenvensters
Met deze dialoogvensters wordt u geattendeerd op bepaalde instelmogelijkheden of op mogelijke fouten, of moet u een controlevraag beantwoorden. Het formaat van deze dialoogvensters kan niet worden gewijzigd.
Navigators
In de zogeheten "Navigators" worden de projectgegevens op een speciale manier weergegeven. In een navigator worden bij een bepaald object alle bijbehorende gegevens van een of meerdere geopende projecten weergegeven. Zo krijgt u bijvoorbeeld in de onderdelen-navigator een overzicht van alle onderdelen en worden in de klemmenstrook-navigator alle klemmenstroken en klemmen van het geopende project weergegeven.
Boom- en lijstweergave
Voor de weergave van de gegevens zijn in de navigatorvensters steeds twee tabbladen Boom en Lijst beschikbaar. In de boomweergave worden de objecten in een hiërarchische structuur en in de lijstweergave in alfanumerieke volgorde weergegeven.
Met filters kunt u in de beide weergavetypen aangeven welke gegevens moeten worden weergegeven.
Geheugenfunctie
Navigators en een groot aantal instellingendialoogvensters hebben een "geheugen": als ze opnieuw worden opgeroepen geven ze de informatie (indien mogelijk) op dezelfde manier weer als toen ze voor het laatst werden gebruikt. Als u een navigator-venster vanaf het tabblad Lijst sluit en het daarna weer opnieuw opent, wordt het geopend op dit tabblad en wordt er naar de rij gesprongen die eerder voor bewerking was geselecteerd. Als dat niet mogelijk is (omdat de volgorde in de lijst is gewijzigd, of omdat het laatst geselecteerde object is hernoemd of verwijderd), wordt er naar de eerste rij gesprongen. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor de boomweergave: als deze wordt geopend, wordt de laatst geopende tak binnen de hiërarchie aangegeven, indien mogelijk.
Opmerkingen:
- De dialoogvensters Symboolselectie, Artikelbeheer en -selectie hebben een vergelijkbare opbouw als de navigators, met boom- en lijstweergave, en beschikken eveneens over een geheugenfunctie.
- Hoewel de Pagina-navigator zowel een boom- als een lijstweergave heeft, is de "Lijst" in dit geval een tabel. Daarom worden de lijsten van de pagina-navigator op een andere manier bediend dan de "normale" lijsten van de navigators.
- Dialoogvensters voor instellingen, die afkomstig zijn van een schema dat in het dialoogvenster kan worden geselecteerd en die slechts voor één keer worden gewijzigd, hebben geen "geheugen"; telkens als het dialoogvenster wordt geopend, worden de instellingen uit het schema overgenomen.
Dialoogvensters die tegen schrijven zijn beveiligd
Deze dialoogvensters bevatten gegevens die alleen kunnen worden bewerkt door gebruikers met bepaalde rechten. Andere gebruikers die deze rechten niet hebben, kunnen geen gegevens invoeren en kunnen deze gegevens alleen lezen.
Een dialoogvenster kan volledig tegen schrijven zijn beveiligd, maar het kan ook individuele dialoogvensterelementen (zoals een selectievakje) bevatten die tegen schrijven zijn beveiligd omdat hun gegevensbronnen alleen-lezen zijn. In dergelijke gevallen wordt de gegevensinvoer door het systeem geweigerd en verschijnt er een melding waarin wordt aangegeven dat u hiervoor geen rechten bezit.
Dialoogvenstersplitser
De zogeheten "dialoogvenstersplitser" kan in Windows worden gebruikt om de horizontale of verticale indeling binnen een dialoogvenster te wijzigen. Dit is met name handig als het dialoogvenster uit een selectie- en een gegevensbereik bestaat, zoals bijvoorbeeld het dialoogvenster van het Projectbeheer.
U herkent de spitser aan de andere vorm van de muisaanwijzer:
Cursor |
Betekenis |
---|---|
|
Horizontale indeling van het dialoogvenster. |
|
Verticale indeling van het dialoogvenster. |
Opmerkingen:
- De positie van de splitser wordt intern via de "Dialoogvensteropslag" opgeslagen.
- Als de grootte van het dialoogvenster verandert, past de relatieve positie van de splitser zich hieraan aan.
- De dialoogvenstersplitser is in zijn "speelruimte" begrensd; bij de verticale indeling van de dialoogvensterelementen is er een interne begrenzing voor de linker en rechter rand en bij de horizontale indeling voor de bovenste en onderste rand.
Tip:
Voordat u de dialoogvenstersplitser verplaatst, moet u eerst de grootte bepalen van het dialoogvenster waarvoor de splitser wordt gedefinieerd.
Zie ook