Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Records exporteren

In dit dialoogvenster bepaalt u de exportinstellingen.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Bestandstype:

Selecteer in de vervolgkeuzelijst het gewenste bestandstype. Mogelijke instellingen zijn "CSV", waarbij adressen, aansluitingen, artikelen, boorpatronen, toebehorenlijsten en toebehorenplaatsingen steeds apart kunnen worden geëxporteerd, "Tekst", "XML" en "EPLAN Data Portal-uitwisselingsformaat (EDZ)".
Klik op [...], om voor het tekstformaat en het CSV-formaat het bestandspad naar het bijbehorende configuratiebestand te definiëren; op dezelfde manier kunt u voor het EPLAN Data Portal-uitwisselingsformaat (EDZ) definiëren hoe de gegevens moeten worden geëxporteerd. Schakel het selectievakje Verwezen gegevens volledig exporteren in, wanneer in het geval van bouwgroepen, modulen etc. ook subbouwgroepen, submodulen etc. bij de export moeten worden meegenomen.

Opmerking:

Bij het exporteren van gegevens in het bestandstype "Tekst" moet u er rekening mee houden dat het configuratiebestand textimportexport.cfg, dat zich in de directory \Artikel\<Klantkenmerk> van de actuele programmaversie bevindt, moet worden aangepast om ervoor te zorgen dat bepaalde velden (zoals die van de groepen Aansluitbeeld en Boorpatroon) ook worden meegenomen.
Meer informatie hierover vindt u bij het onderwerp Artikelbeheer: Configuratiebestanden voor de import en export van gegevens.

Totaalbestand:

Kies deze optie als u de geselecteerde gegevens in één bestand wilt exporteren. In dit geval wordt het veld Bestandsnaam vrijgeschakeld en voert u hier de naam van het exportbestand in, of klikt u op [...] om interactief een exportbestand te selecteren. Daarbij wordt de bestandsextensie, die afhankelijk is van het Bestandstype dat in het veld daarboven is geselecteerd, automatisch toegevoegd (bijvoorbeeld .csv voor alle bestandstypen "CSV voor <...>").

Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare padvariabelen kunt overnemen.

Afzonderlijke bestanden:

Kies deze optie als u de geselecteerde gegevens als afzonderlijke bestanden wilt exporteren. In dit geval wordt het veld Directory vrijgeschakeld en definieert u hier de directory waarin de te exporteren gegevens als bestanden worden uitgevoerd. De bestandsnaam van het betreffende exportbestand komt overeen met het artikelnummer, de naam van een boorpatroon, de naam van een fabrikant etc.

Recordtype:

Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer u de complete artikeldatabank of een deel daarvan exporteert en dus het dialoogvenster via [Extra] > Exporteren hebt geopend. Geef met behulp van de selectievakjes in dit bereik aan welke gegevens moeten worden geëxporteerd.

Met behulp van het recordtype "Eigenschapsconfiguratie" kunt u de in het dialoogvenster Eigenschappen configureren gemaakte gebruikergedefinieerde eigenschappen voor de artikelen exporteren. Dit is echter alleen mogelijk voor de bestandstypen "EDZ" en "XML".

Bereik:

Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer u de complete artikeldatabank of een deel daarvan exporteert en dus het dialoogvenster via [Extra] > Exporteren hebt geopend. Geef met behulp van deze selectievakjes aan welke bereiken moeten worden geëxporteerd; als een bereik is geselecteerd, worden alle artikeltypen die bij dit bereik horen, geëxporteerd. Voor het bereik Fluid kunt u hier de omvang voor de export verder beperken of uitbreiden.

Zie ook